Column Erik Scherder - Twee pandemieën en de overheid doet niets. Hoe kan dat?

Ingrijpende maatregelen nodig: van gezondheidspreventie naar gezondheidsbescherming

De overheid belooft al twee jaar lang ingrijpende maatregelen te treffen om de bewegingsarmoede in Nederland aan te pakken. Die maatregelen zijn er nog niet gekomen. Ook het nieuwe regeerakkoord is weinig hoopgevend. Op het gebied van preventie, bewegen en sport zijn geen nieuwe ambities geformuleerd, en er is nauwelijks extra budget bij gekomen. Erik Scherder noemt dit verontrustend, gelet op de schade die de bewegingsarmoede toebrengt aan de gezondheid.

Erik Scherder

In mei 2020 mocht ik met een aantal sporticonen het manifest ‘Bewegen, het nieuwe normaal’ aanbieden aan de regering. De coronacrisis was toen amper drie maanden oud. We zagen wat een enorme impact COVID-19 én de maatregelen hadden op de bevolking.

Eigenlijk was er toen allang een pandemie gaande. Een officiële pandemie van physical inactivity (bewegingsarmoede), uitgeroepen door de World Health Organization (WHO) in 2012. We bewegen steeds minder en we zitten steeds meer. De WHO meldt dat op dat moment jaarlijks 5,3 miljoen mensen overlijden aan ziekten direct gerelateerd aan bewegingsarmoede, zoals suikerziekte type 2 (diabetes mellitus), overgewicht, obesitas en hart- en vaatziekten. Ter vergelijking: aan roken overlijden in hetzelfde jaar 5,1 miljoen mensen wereldwijd – de reden voor de uitdrukking ‘zitten is het nieuwe roken’. Na 2012 zijn de cijfers alleen maar dramatischer geworden. Zo zijn er in 2016 41 miljoen kinderen wereldwijd tussen de 0 en 5 jaar met overgewicht of obesitas. Maar dat heeft niet geleid tot een serieuze aanpak van de pandemie. Eén van de verklaringen hiervoor is dat de overheid de bewegingsarmoede onvoldoende serieus neemt en dat verschillende overheidssectoren op dit onderwerp niet met elkaar samenwerken.

En dan breekt in 2020 COVID-19 uit: een tweede pandemie. Wat blijkt is dat bewegingsarmoede en hieraan gerelateerde ziekten ons afweersysteem verzwakt hebben, al jarenlang. En dan blijkt dat juist de mensen met overgewicht het meest kwetsbaar zijn en ernstig ziek worden door het coronavirus. De afgelopen twee jaar tuimelen de studies over elkaar heen, met steeds ook deze boodschap: jong en oud moeten méér gaan bewegen en sporten om het afweersysteem te versterken en de risico’s op ziekten, gerelateerd aan bewegingsarmoede, te verminderen. Bewegen en sporten kunnen beide pandemieën bestrijden. En zo zijn we beter beschermd tegen toekomstige pandemieën.

‘Bewegen, het nieuwe normaal’ leek in Den Haag even iets los te maken. De rijksoverheid stelde een interdepartementale werkgroep in en kwam een jaar later, in mei 2021, met een brief aan de Tweede Kamer: ‘Nederland vitaal en in beweging’. In feite was dit een beleidsadvies van Rutte-III aan Rutte-IV. Hoewel de brief mijns inziens nog niet ambitieus genoeg was, was er in ieder geval een begin. Maar gelet op het nieuwe regeerakkoord – er zijn welgeteld twee bullets gewijd aan preventie, sport en bewegen en er is nauwelijks budget bij gekomen – lijkt het nu ook niet mogelijk om een goede start te maken met deze brief.

De Nederlandse Sportraad, waarvan ik raadslid ben, spreekt duidelijke taal. De doelstelling om minstens 75% van de bevolking voldoende te laten bewegen, moet naar voren gehaald. Dit moet in 2030 zijn bereikt. Daarvoor moeten flinke investeringen worden gedaan in sportvoorzieningen, openbare ruimte, professionalisering, innovatie en toegankelijkheid. En de overheid moet een wettelijke taak krijgen om sport en bewegen aan de bevolking aan te bieden. Sport en bewegen is geen hobby, maar een noodzaak.

Intussen tikt de klok door. En opnieuw zitten we in een harde lockdown. De afgelopen twee jaar zijn mensen nog minder gaan sporten en bewegen. Onze weerbaarheid is niet toe- maar afgenomen. Bij het nemen van de coronamaatregelen is steeds onvoldoende in ogenschouw genomen hoe we vitaal kunnen blijven. De sportbranche werd geheel of gedeeltelijk gesloten. Dit vreet niet alleen aan onze fysieke gezondheid; ook onze mentale gezondheid krijgt hieronder te lijden. Sport en bewegen geven ons de veerkracht om in deze moeilijke tijden overeind te blijven.

Ik doe nogmaals een oproep aan de overheid, om de aanpak van de pandemie van bewegingsarmoede serieus te nemen. De overheid moet dit niet zien als gezondheidspreventie maar als gezondheidsbescherming. Gezondheidsbescherming verplicht de overheid om in actie te komen. Daarnaast roep ik ook andere partijen op om bewegingsarmoede aan te pakken. Scholen, onderbreek het langdurig zitten van de leerlingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Werkgevers, geef je werknemers de ruimte om te bewegen en te sporten. Studies laten zien dat iedere onderbreking van het zitten al helpt en een positief effect heeft op het verminderen van overgewicht. Sportbranche, benut je energie en creativiteit om mensen toch zoveel mogelijk aan het bewegen te krijgen. We zijn helaas nog lang niet van COVID-19 af – maar het duurt ook lang voor we de bewegingsarmoede ten goede hebben gekeerd. Laten we met vereende krachten beide pandemieën tegelijk bestrijden.

Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie VU Amsterdam en lid van de Nederlandse Sportraad