Verslag consultatiebijeenkomsten werkprogramma 2026/2027

De Nederlandse Sportraad (NLsportraad) heeft voor het maken van een nieuw werkprogramma, waarin staat welke adviezen gegeven gaan worden, het oor te luisteren gelegd bij ruim 110 geïnteresseerden. De raad heeft hiervoor drie bijeenkomsten georganiseerd: 

  • Open stakeholderbijeenkomst: aanwezigen hadden een achtergrond in zorg, onderwijs, sport, welzijn en sociale zaken en waren werkzaam voor o.a. gemeenten, sportbedrijven, (hoge)scholen, consultancybureaus, zorginstellingen, foundations en financiële instellingen.
  • Departementale bijeenkomst: aanwezigen van directieniveau van verschillende beleidsdepartementen van de Rijksoverheid. 
  • Diner met sportbestuurders: bestuurders van sportkoepels en gemeenten. 

Hieronder leest u een samenvatting van de verzamelde input van bovenstaande bijeenkomsten. 

Groepsfoto van een bijeenkomst van de Nederlandse Sportraad in stadion Galgenwaard in Utrecht

Ontwikkelingen

Allereerst wilde de NLsportraad weten welke ontwikkelingen de komende twee tot vier jaar op ons afkomen en die leidend kunnen zijn voor het maken van keuzes in het werkprogramma. Er zijn een aantal ontwikkelingen die terugkwamen in elk van de bijeenkomsten. Deze zijn verder uitgewerkt per bijeenkomst.

Gezondheidscrisis wordt groter
De aanwezigen zijn eensluidend door de bijeenkomsten heen in het schetsen van ontwikkelingen die de gezondheid van Nederlanders verder achteruit doen gaan. Overgewicht en obesitas, mentale problemen onder jongeren, chronische ziekten, gezondheidsverschillen nemen toe, preventiebudgetten nemen af en gezonde keuzes worden duurder. Aanwezigen maken zich zorgen over het ‘Bewegen door de dag heen’. Economische keuzes zullen de voorkeur blijven krijgen boven keuzes voor ons welzijn.

Toenemende druk op ruimtegebruik
Door problemen op andere terreinen dan sport en bewegen wordt de beschikbare buitenruimte daarvoor beperkt. Woningkrapte en klimaatverandering zijn daarbij ontwikkelingen die veel genoemd worden door de aanwezigen. 

Invloed van andere beleidsdomeinen
Door de groeiende verwevenheid in onze samenleving tussen beleidsterreinen is sport en bewegen vaak onderdeel van beleid op andere beleidsterreinen. De aanwezigen verwachten dat deze ontwikkeling alleen maar zal toenemen de komende jaren, zeker zolang sport en bewegen geen vast onderdeel is van beleid in zorg, welzijn en onderwijs. Maar ook zolang het geen wettelijk vastgelegd beleidsterrein is waar rollen en taken van de overheden zijn bepaald. Polarisatie en populisme worden genoemd als risicofactoren voor stabiel beleid.

Overige ontwikkelingen
Een aantal ontwikkelingen wordt wel genoemd bij de verschillende bijeenkomsten maar wordt bij het verdiepen ervan als minder urgent gezien voor de dagelijkse praktijk van de aanwezigen. Voorbeelden daarvan zijn vergrijzing, individualisering, groei van technologische mogelijkheden of gebrek aan innovatie.

Suggesties voor adviesonderwerpen

De NLsportraad maakt jaarlijks een werkprogramma waarin de raad laat zien welke adviezen het navolgende jaar gegeven gaan worden. De raad heeft aan alle aanwezigen gevraagd, bij de stakeholdersessie zelfs met stemmen, welke adviezen in 2026 gegeven zouden kunnen worden. De uiteindelijke keuze is aan de raad zelf. In dit proces wordt ook de staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport gevraagd om input. In het werkprogramma 2026, met een doorkijk naar 2027, worden twee nieuwe adviezen opgenomen.

De volgende adviezen zijn in alle bijeenkomsten ter sprake gekomen en neemt de NLsportraad in overweging om over te adviseren.

Overkoepelend advies over toekomst zorg en welzijn in Nederland
Aanwezigen geven aan dat sport en bewegen weliswaar een belangrijke maatschappelijke functie hebben, maar gezien de ontwikkelingen tot een gezondheidscrisis, ook preventief in dienst zullen staan van zorg en welzijn. De raad kan in samenwerking met andere adviesraden (bijvoorbeeld de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, de Gezondheidsraad en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) adviseren over een Nederlandse toekomst van gezondheid, zorg en welzijn, waaronder sport en bewegen.

Beleidskeuzes voor ruimtelijk sport- en beweegbeleid
Bij elke bijeenkomst is een advies over ruimtelijke ontwikkeling op het gebied van sport- en bewegen aan de orde gekomen. Er worden daarbij verschillende vraagstukken naar voren gehaald zoals: rol- en taakverdeling, vastleggen van normen en kaders waar ook andere beleidsterreinen rekening mee moeten houden, aandacht voor verschillende type gemeenten die verschillen in ruimtelijke uitdagingen en de sociale functie die sport- en bewegen heeft in dorpen en steden (dorpsplein functie).

Gezondheidsverschillen
De gezondheidsverschillen die bestaan en groeien tussen verschillende groepen Nederlanders zijn voor veel aanwezigen aanleiding voor een advies. Daarbij moet ook aandacht zijn voor mentale gezondheidsverschillen. Sport en bewegen is daar onderdeel van. Over de insteek van zo’n advies lopen de meningen wel uiteen. Er kan geadviseerd worden over het verbeteren van gezondheids- beweegvaardigheden, over doelgroepen die vragen om focusbeleid of over het beter begrijpen van de vraag naar sport- en bewegen in plaats van de aandacht te leggen op het aanbod daarvan.

Overige adviesonderwerpen
Naast de bovenstaande adviesonderwerpen zijn vele andere onderwerpen genoemd. Zonder enige vorm van prioritering gaat het onder andere om:

  • Afhankelijkheid sport van ‘ongezonde’ sponsoring;
  • Mentale gezondheid van jongeren;
  • Veranderende organisatie sport- en beweegsector (terug- en vooruitblik);
  • Sportorganisatie van de toekomst: bijdrage aan gemeenschapszin;
  • Handboek bewegen door de dag en door het leven heen;
  • Van curatief naar preventief gezondheidsstelsel;
  • Sociaal veilige sport;
  • Rol van werkgevers bij sport en bewegen;
  • En de betekenis van sport en bewegen voor brede welvaart.

Randvoorwaarden bij adviezen

Tijdens de bijeenkomsten bleken verschillende thematieken steeds terug te keren. Deze thema’s zijn wat betreft de raad geen aparte adviesonderwerpen maar suggesties voor mogelijke randvoorwaarden bij de adviezen van de NLsportraad, ongeacht welk adviesonderwerp.

Adviseer domeinoverstijgend, samenwerking met andere adviesraden
Veel maatschappelijke ontwikkelingen uiten zich op meerdere beleidsterreinen en zijn niet alleen door dat beleidsterrein oplosbaar. Sport en bewegen is ook onderdeel van verschillende domeinen en overstijgende problemen. Veel aanwezigen geven aan dat problemen met sportdeelname, integriteit binnen de sport, kansengelijkheid of gezondheidsverschillen enkel kunnen worden aangepakt als daarvoor beleid wordt gemaakt over domeinen heen.

Betrekken doelgroep waarover geadviseerd wordt
De NLsportraad werd door de aanwezigen geadviseerd om niet alleen evidence based (op basis van wetenschap), maar ook practice based (op basis van praktijkervaring van betrokkenen) te adviseren. In meerdere adviestrajecten heeft de raad de doelgroep waarover wordt geadviseerd betrokken bij het maken van het advies. De raad wordt aangemoedigd dit te blijven doen om ervoor te zorgen dat adviezen ook effect ressorteren in de praktijk.

Governance en organisatie sportsector
De mate waarin de sport- en beweegsector in staat is om uitvoering te geven aan het oplossen van maatschappelijke problemen is randvoorwaardelijk voor vrijwel elk advies dat de raad geeft. Daarom zou het in elk advies kunnen terugkomen als aandachtspunt. De sector is, mede door de grote afhankelijkheid van vrijwilligers en de concurrentie met andere sectoren voor professionals, beperkt in staat om bepaalde oplossingen te kunnen bieden. Ook de governance van sportorganisaties an sich en de sector als geheel is daarbij onderwerp van discussie.

Rolverdeling overheden
De aanwezigen vragen per adviesonderwerp aandacht voor de rolverdeling tussen gemeenten, provincies en rijksoverheid als het gaat om sport en bewegen. Dit is een terugkerend onderwerp voor de NLsportraad en vaak bepalend bij het geven van een advies: welke rolverdeling is wenselijk. Ook schetsen aanwezigen dat deze rolverdeling aan het schuiven is, waarbij steeds meer mandaat en uitvoeringskracht bij gemeenten ligt.

Hoe nu verder?

De raad heeft de opgehaalde input besproken in een heisessie op 11 april. De raad heeft die dag ook gediscussieerd over welke ontwikkelingen het meest bepalend zijn de komende jaren en op basis daarvan gekeken welke adviesonderwerpen in aanmerking komen voor advies.

De raad gaat daarover in gesprek met de staatsecretaris van Jeugd, Preventie en Sport. Daarbij wordt besproken welke adviesaanvragen vanuit het kabinet verwacht kunnen worden. Het definitieve werkprogramma 2026/2027 wordt daarna vastgesteld en uiterlijk 1 september aangeboden aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.