Jongeren vinden goede sfeer belangrijk voor plezier in sport
Jongeren vinden een goede sfeer in het team en bij de sportclub belangrijk voor het plezier in hun sport. Dat was een van de uitkomsten van een gesprek van de Nederlandse Sportraad (NLsportraad) met jongeren over het pedagogisch klimaat in de sport. Met het gesprek, dat 1 november onder leiding van de Nationale Jeugdraad plaatsvond, wilde de NLsportraad van jongeren zelf horen hoe zij aankijken tegen een goed pedagogisch sportklimaat. De raad vroeg jongeren bijvoorbeeld wanneer zij plezier hebben in sport en wat iemand een goede coach of trainer maakt. Ook vroeg de raad naar de rol van ouders bij sport. Een aantal ouders kreeg, apart van de jongeren, dezelfde vragen voorgelegd.
Trainers en coaches hebben ook veel invloed op het sportplezier volgens de jongeren. Maar de jongeren verwachten niet allemaal hetzelfde van hen. Voor de één kan de coach niet streng en doelgericht genoeg zijn, terwijl het voor de ander juist belangrijk is dat de coach ziet dat je je best doet en dat ook zegt. Het is daarom van belang dat trainers en coaches inspelen op de behoefte van verschillende jongeren in de groep. Een goede trainer heeft volgens de jongeren verstand van de sport, brengt afwisseling in zijn de trainingen, geeft opbouwende feedback die is aangepast op de persoon, behandelt iedereen gelijkwaardig en zorgt voor een goede (team)sfeer. De jongeren vinden dat de trainers en coaches vooral ook niet te oud moeten zijn. Dan kunnen zij zich namelijk beter inleven in het team en zijn zij tenminste op de hoogte van de laatste (spel)technieken en spelregels.
De ouders vinden dat plezier in sport voorop moet staan. Toch zien zij dat winnen en presteren voor hun kinderen wel veel bijdraagt aan het plezier. Daarnaast vinden zij een sociaal veilig sportklimaat voor hun kinderen heel belangrijk. Zij denken dat de sportclubs niet in staat zijn dit zonder ondersteuning te verwezenlijken. Daarom pleiten zij ervoor dat de overheid normen stelt voor een sociaal veilig sportklimaat.
Ouders zelf spelen ook een cruciale rol in het sportplezier van jongeren. Alle jongeren zeggen schreeuwende ouders langs de lijn vervelend te vinden. Aanmoedigen en applaudisseren is geen probleem. Maar aanwijzingen over het veld roepen (die vaak ook niet kloppen) vinden zij gênant en demotiverend. Ook hebben sommige jongeren er moeite mee als hun vader of moeder (of de ouders van een vriend of vriendin) trainer of coach is van hun team. Ze zijn bang dat ze anders behandeld worden of dat teamgenootjes hen scheef aankijken. De les aan ouders is duidelijk: bemoei je niet te veel met mijn sport! Ouders zien aan de andere kant hun betrokkenheid als noodzakelijk om de sportclub draaiende te houden. Ze krijgen ook vragen van hun kinderen als ze minder aandacht aan de sport besteden. Veel gehoorde klachten van kinderen zijn dan: ‘Waar was jij?’ of ‘Volgens mij zat je alleen op je telefoon’.