Van beleidsscenario’s naar een toekomstbestendige organisatie en financiering van de sport

Op 10 juli j.l. heeft de NLsportraad de discussienota Het Speelveld van de sport uitgebracht. In deze discussienota zijn vier extreme beleidsscenario’s geschetst. Deze beleidsscenario's zijn bewust extreem geformuleerd om beleidskeuzes over organisatie en financiering van de sport te expliciteren. Het gaat om:

  1. Sport als basisvoorziening: sport is een basisvoorziening die door de overheid wordt gezien als publieke taak en door de overheid wordt betaald.
  2. Sport als panacee: sport - en bewegen - worden ingezet als een middel voor verschillende beleidsdoelen en als een oplossing voor maatschappelijke vraagstukken, georganiseerd en gefinancierd door de overheid.
  3. Sport als vrije markt: sport is een vrije markt waarin het sportaanbod wordt gefinancierd door sporters en sponsors.
  4. Sport als maatschappelijk ondernemen: in de vrije markt zijn maatschappelijke ondernemers actief die sport- en beweegaanbod produceren voor hun eigen exploitatie, maar ook om maatschappelijke doelen te behalen. Mits gepositioneerd kunnen werkgevers en verzekeraars hierin een rol spelen.
Beleidsscenario's. Sport is doel / Sport is publiek / Publiek-private samenwerking:  1 Sport als basisvoorziening. Sport ent topsport. Overheidstaak in vrije tijd. Honderd procent overheidsfinanciering. Sport is middel / Sport is publiek / Gereguleerde markt: 2 Sport als panacee. Sport, topsport en bewegen. Overheidstaak in vrije tijd, zorg, welzijn, onderwijs, kinderopvang. Honderd procent overheidsfinanciering. Sport is doel / Sport is privaat / Publiek-private samenwerking: 3 Sport als vrije markt. Sport en topsport. Vrije markt. Honderd procent financiering uit de markt. Sport is privaat / Sport is middel / Gereguleerde markt: 4 sport als maatschappelijk ondernemen. Sport, topsport en bewegen. Vrije markt. Honderd procent financiering uit de markt.

De afgelopen weken heeft de NLsportraad een expertmeeting, drie fysieke bijeenkomsten met verschillende stakeholders en twee online webinars georganiseerd om zoveel mogelijk reacties op de geschetste beleidsscenario’s te krijgen. Welke richting is wenselijk voor een toekomstbestendige organisatie en financiering van de sport en aan welke randvoorwaarden moet dan voldaan worden? Tijdens deze bijeenkomsten is er veel informatie opgehaald en gedeeld. Hieronder staan op hoofdlijnen de belangrijkste uitkomsten.

Webinars bekeken door 136 personen

De webinars zijn door 136 personen gevolgd, waarbij het overgrote deel beide webinars heeft bekeken. Uit de polluitslagen op voorgelegde stellingen bleek dat veel kijkers een voorkeur hadden voor het eerste scenario ‘sport als basisvoorziening’. Verschil in voorkeur was er wel als ook naar de achtergrond van deelnemers werd gekeken: vertegenwoordigers van gemeenten kozen naar verhouding ook vaak voor scenario 2 'sport als panacee'. Als reden voor deze keuze gaven deelnemers aan het belangrijk te vinden dat er een goede basisinfrastructuur voor sport én bewegen is, waarbij de overheid een belangrijke rol vervult. Sportbeleid met sport als doel en sportbeleid met sport als middel lopen daarbij in elkaar over.

Keuze voorkeursscenario organisatie en financiering van de sport

Fysieke bijeenkomsten: basisvoorziening op orde en dan doorstappen naar middel

Ook tijdens de fysieke bijeenkomsten is vaak genoemd dat de basisvoorziening op orde moet zijn in de sportbranche voordat er stappen gezet kunnen worden om sport en bewegen als middel voor andere beleidsdoeleinden in te zetten. Die maatschappelijke doelen, zoals gezondheid en vitaliteit, werden vaak als stip op de horizon gezien om de organisatie en financiering van de sport aan te passen. Samenwerking met andere sectoren als gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang of sociale zaken is dan wenselijk, waarbij het noodzakelijk is als sportbranche zelf ook gezamenlijk op te treden en te professionaliseren. Voorstanders van scenario 2 geven aan dat er in sport geïnvesteerd moet worden vanuit andere stelsels om bij te dragen aan grotere maatschappelijke opgaven zoals een vitaal Nederland.

Scenario’s waarin overheid stelselverantwoordelijk is

Over het algemeen is in alle bijeenkomsten gekozen voor een scenario waarin de overheid stelselverantwoordelijk is voor sport en bewegen. Momenteel is dat niet zo. Daarbij wordt verschillend gedacht over de rol die de overheid moet nemen. Termen als facilitator en regisseur worden gebruikt in een rol waarbij de markt een uitvoerende is binnen het (mogelijk wettelijk) kader dat de overheid schept. Ook wordt vaak gerefereerd aan de verplichting die de overheid moet hebben om sport en bewegen toegankelijk te maken voor iedere Nederlander vanuit vitaliteitsoptiek. Scenario 4 'sport als maatschappelijk ondernemen' is daarbij regelmatig aan de orde gekomen, waarbij dit als ultieme variant wordt bezien, waarin de markt uitvoert binnen de regels die de maatschappij (de overheid) oplegt.
 

Randvoorwaarden voor toekomstbestendigheid

In de discussienota Het speelveld van de sport heeft de NLsportraad een viertal randvoorwaarden benoemd, waar aandacht voor moet komen, los van de keuze voor een beleidsscenario. Deze randvoorwaarden zijn tijdens alle sessies ook aan bod geweest.

Branchevisie en branchevertegenwoordiging
Uit alle bijeenkomsten komt unaniem naar voren dat de volledige sportbranche een gezamenlijke visie zou moeten hebben op de organisatie en financiering van de branche. Een visie over wat de sportbranche bijdraagt aan een vitaal Nederland (de volksgezondheid/preventie) wordt als meest urgent gezien.

De branchevertegenwoordiging moet versterkt en verbreed worden. Deelnemers geven aan dat NOC*NSF niet de gehele branche vertegenwoordigt en er is nog onvoldoende vertegenwoordiging van werknemers, werkgevers en sporters in de branche. Tijdens de bijeenkomsten zijn er verschillende invalshoeken over de breedte van de branche: alleen sport, sport en bewegen, of een vertegenwoordiging van vitaliteit in brede zin.

Professionalisering en arbeidsmarkt
Om sport als maatschappelijk middel in te kunnen zetten, moet de sportbranche geprofessionaliseerd (werknemers en vrijwilligers) en toegankelijker worden. Daarover is brede consensus. Veel deelnemers zijn van mening dat de overheid deze investeringen moet doen, net zoals dat in andere sectoren gebeurt.

Ordening markt en overheid
Veel deelnemers vinden dat de overheid een duidelijke rol heeft in het in stand houden van/investeren in de basisinfrastructuur van sport (accommodaties en organisaties). Dat is een maatschappelijke taak, vooral met in het achterhoofd de maatschappelijke bijeffecten die het heeft. Daar horen financiële stromen bij. Er is geen consensus voor wet- en regelgeving om die taken transparant te maken, hoewel het wel regelmatig is genoemd. Ook is vaak geopperd dat de overheid verantwoordelijk is voor toegankelijkheid van sport (en bijbehorend sportaanbod) en dat de markt dit kan aanbieden binnen gestelde regels (betaalbaarheid, veiligheid, etc.). Consensus ontstaat over het feit dat taken en rollen tussen overheid en markt verduidelijkt moeten worden om meer impact te genereren als sportbranche.

Good governance en transparantie
De meerderheid van de betrokkenen vindt dat de huidige governance tussen het rijk en NOC*NSF moet worden aangepast, met name omdat het niet transparant is en omdat het rijksgeld alleen naar leden van NOC*NSF gaat. De rijksoverheid moet daar wat aan doen, ondere andere omdat het aanzien van de sportbranche ermee geschaad zou worden. Over de oplossingen voor dit thema lopen de gedachten uiteen en komen er geen pasklare ideeën naar voren.

Vervolg: in het najaar een eindadvies

De opgehaalde informatie van alle bijeenkomsten is tijdens een heisessie op 11 september j.l. door de commissie Organisatie en Financiering van de sport samen met diverse raadsleden besproken. Momenteel wordt gewerkt aan een conceptversie van het advies dat naar verwachting voor het eind van dit jaar wordt gepubliceerd. In dat advies laat de NLsportraad de extreme beleidsscenario’s weer los en werkt de raad aan aanbevelingen om de bestaande organisatie en financiering van de sportbranche aan te passen.