Advies Plezier in bewegen nog steeds actueel door discussie fysieke achteruitgang bij kinderen

De discussie over de fysieke achteruitgang bij kinderen is door schaatstrainer Jac Orie nieuw leven ingeblazen. Ook Rudmer Heerema (VVD) en Michiel van Nispen (SP) zetten dit onderwerp (opnieuw) op de politieke agenda door vragen te stellen aan de minister.

Advies Plezier in bewegen

De Nederlandse Sportraad (NLsportraad) heeft in 2018 samen met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en de Onderwijsraad het advies Plezier in bewegen uitgebracht. In dat advies zijn de raden kritisch over het gebrek aan aandacht voor sport- en beweegmogelijkheden van kinderen in het primair en voortgezet onderwijs. De raden concludeerden dat dagelijkse aandacht voor sport en bewegen in het onderwijs veel meer vanzelfsprekend moet en kan worden. Het onderwijs kan dit waarmaken met steun van lokale netwerken, gemeenten en de rijksoverheid.

De raden hebben de minister van onderwijs geadviseerd om de kerndoelen aan te scherpen voor sport en bewegen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de kwalificaties voor het middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast bevelen zij scholen aan te werken met zogenaamde beweegteams, waarvan vakleerkrachten de spil zijn, maar waarvan ook buurtsportcoaches en gekwalificeerde trainers deel uitmaken. Scholen kunnen meer samenwerken met sportverenigingen en gemeenten kunnen meer regie nemen op dit onderwerp.

Minister Slob, de verantwoordelijk minister, heeft terughoudend gereageerd op het advies van de drie raden. Dat het advies tot op de dag van vandaag actueel is laat de huidige discussie wederom zien. Over de gehele breedte zijn de fysieke prestaties van kinderen flink minder dan van kinderen 40 jaar geleden. Het onderwijs kan daarin een belangrijke rol spelen en tegelijkertijd de schoolprestaties van kinderen aanzienlijk verbeteren. Een win-win situatie, aldus de Onderwijsraad, Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en de NLsportraad.

Wat betreft de NLsportraad is het urgenter dan ooit om het standpunt van het ministerie van Onderwijs te herzien en vandaag nog actie te ondernemen door te beginnen met meer sporten en bewegen op school.